De Hopduvel verhuist
De Hopduvel verruilt na 36 jaar Coupure voor Dok-Noord
Na zesendertig jaar verlaat De Hopduvel de Coupure. Eind mei verhuist de bekende bierwinkel naar een nieuw pand in het winkelcentrum Dok-Noord.
Op 28 mei wil De Hopduvel openen op de nieuwe locatie. Klanten blijven welkom op de oude locatie, in Coupure Links, tot 22 mei. Daarna verhuizen zaakvoerders Silke Van Liefferinge en Tom De Vriendt (foto) hun bekende drankenzaak naar de andere kant van de stad. “Het concept blijft hetzelfde. Maar aan Dok-Noord willen we onze klantenbasis uitbreiden en nieuwe mensen aantrekken.”
Ook de bereikbaarheid speelt mee. Coupure Links werd doorheen de jaren steeds moeilijker te vinden met de wagen. Het is een van de drukste fietsassen van Gent. De straat werd in 2017 eenrichtingsverkeer en was zo niet langer een route naar de binnenstad. “We hebben gelukkig trouwe klanten, die heel bewust tot bij ons komen. Maar in de hoofden van heel wat mensen zit nog steeds het idee dat we moeilijk bereikbaar zijn”, zegt Tom De Vriendt. “De perceptie dat de stad niet zo bereikbaar is, leeft helaas nog steeds.”
Dok-Noord is eenvoudiger te bereiken met de auto, maar voor de deur parkeren, zoals op de Coupure, zit er daar dan weer niet in. “We zitten vlak naast de lift die naar de ondergrondse parking leidt. Klanten zullen via die weg makkelijk naar hun auto kunnen.”
De Hopduvel werd in 1982 opgericht op de Rooigemlaan en belandde in 1985 op de Coupure. De oude magazijnen van een stoommachinefabriek bleken een ideale plek om bier en wijn koel te bewaren. De winkel groeide snel uit tot een begrip in het Gentse en ver daarbuiten.
De verhuizing van het biermonument maakt van Dok-Noord nog meer het epicentrum van de Gentse bierwereld: De Hopduvel wordt buur met de hippe brouwerij Dok Brewing Company. Maar een oorlog wordt het niet. “Deze week brouwt Dok Brewing een bier voor ons, om onze verhuizing te vieren. Dat zal bij hen van het vat te drinken zijn en bij ons op blik te krijgen. We gaan elkaar versterken”, zegt De Vriendt.
Bron: Het Nieuwsblad